La Grande Boucle des Pyrénées
 


Pyreneën van West naar Oost

 

U beklimt de beroemde Franse cols in de Pyreneeën vanuit de westkant. Het is de mooiste, maar ook de meest uitdagende kant. De eerste is de Col d'Aubisque (1.709 m). Het is één van die hors categorie cols, die de Tour de France tot een legende maken.

U daalt via de Gorges de Luz af naar Luz St. Sauveur voor een welverdiende rustdag. Voor diegenen die er niet genoeg van kunnen krijgen, kunnen naar één van de skioorden in de regio klimmen zoals Luz Ardiden of Hautacam. 

Waarschijnlijk wilt u uw energie sparen voor de komende koninginnenetappe : de Col du Tourmalet (2.115 m), de Col d'Aspin (1.489 m) en de Col de Peyresourde (1.569 m). De Tourmalet is één van de meest populaire beklimmingen en is sinds 1910 al meer dan 70 keer opgenomen in de Tour de France. Vanuit Luz St. Sauveur is de Tourmalet 18 kilometer lang met een stijgingspercentage van bijna 8%, waarbij de laatste kilometer meer dan 10% bedraagt. Zeer zeker een uitdaging. Het landschap verandert dichterbij de top met indrukwekkende rotspartijen. De Col d'Aspin en de Col de Peyresourde hebben voor het grootste gedeelte een open landschap en zijn niet de meest moeilijke beklimmingen. De zware dag eindigt in het mondaine Bagnères-de-Luchon, dat gekend is om haar thermale bronnen. De laatste klim in Frankrijk is de steile Col du Portillon (1.293 m) en markeert meteen de grens tussen Frankrijk en Spanje.
 
In het tweede deel door Spanje overbrugt u de Port de la Bonaigua (2.072 m) en de Port de Cantó (1.725 m). Het zijn beklimmingen die regelmatig haar opwachting maken als de Vuelta d'España de Pyreneeën doorkruist. Af en toe worden de Spaanse cols ook opgenomen in het parkoers van de Tour de France.
63 km
 
95 km
93 km
104 km